zondag 22 november 2009

Een donkere nacht

Een koude donkere nacht,
de duisternis die je toelacht.
Het licht is weg gegaan,
Je bent langzaam opgestaan
Je ogen hebben sporen van tranen,
Je gezicht is vermoeid en bleek.
Even leek het dat je bezweek.


Je maakt de woedoe,
en gaat naar je gebedskleedje toe.
Je staat voor Allah en beeft van angst,
Verlangend en hoopvol met tranen in de ogen,
Je begint het gebed bedeesd,
Omdat je alleen je Rab vreest.


Langzaam laat je de rest van de wereld achter,
Je stem word wat krachtiger.
Je probeerd te reciteren met  je mooiste stem.
Je huild in de soedjoed.
En bent bang voor de dag dat je je Rab ontmoet.

Je droogt je tranen en er komt een glimlach.
Je weet dat Hij jou net zag,
Hij troost je keer op keer,
En je voeld nog veel meer,
Zijn liefde zijn hulp en Zijn licht,
Je staat op en bent blij dat je nacht gebed hebt verricht.


Je voeld je verlicht en je verdriet is voorbij,
je gaat naar bed en ligt op je rechterzij,
Een mooie droom geeft je hoop,
Hoop is niet meer te koop,
Daar moet je voor werken zwoegen en zweten,
Moge Allah ons allemaal vergeven,
Onze goede daden accepteren,
en ons helpen om meer te leren,
Elkaar te steunen en elkaar lief te vinden.
Moge Allah onze imaan niet doen minderen.
amin



zaterdag 21 november 2009

Neem me mee...

Neem me mee...

Neem me mee daar waar de godvrezende moslims wonen,
Neem me mee daar waar ze samenkomen,
Om Allah te aanbidden,
en zusters die later voor mij kunnen  bemiddelen.


Neem mee mee daar waar je de adhan kan horen,
Neem me mee daar waar de mensen je niet storen,
als je rustig wil bidden,
of de niqaab wil dragen te midden,
Van andere zusters..........


Neem me mee daar waar de mannen naar hun broeders en zusters helpen gaan,
Neem me mee daar waar ze je niet alleen laten staan.
Daar waar je de islaam makkelijk kan praktiseren,
Daar waar je meer kan leren.
Te midden van andere zusters....

Neem me mee daar waar bijna geen fitna is,
Neem me mee daar waar de islaam de grootste religie is.
Neem me mee daar waar de moslims Allahs bevelen volgen,
Neem me mee daar waar ze je niet bedolven,
Met harame zaken,
zina alcohol muziek en meer.

Neem me mee,
Daar waar niemand te hoogmoedig is om Allah te aanbidden,
Neem me mee te midden...
Van mijn andere zusters die op mij wachten,
mij verwelkomen en er voor mij zijn.
Tlijkt een ilussie maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn

Neem me mee daar waar jihaad gezegd kan worden,
daar waar de moslims samenkomen
daar waar de tranen stromen
Bij het horen van el-jenna en Djahannam
daar waar  echt La Ilaha Illallah waarde heeft.
en het hart beeft,
Uit angst respect en hoop,
hoop op vergiffenis.
en
Op el-jenna



Collectivisme helpt tegen depressie

Collectivisme helpt tegen depressie




Collectief gedrag blijkt een remedie te zijn tegen angststoornissen en depressie. In Oost-Aziatische landen waar een collectieve cultuur normaal is, blijkt men beter bestand tegen angststoornissen dan in het Westen.



Dit is gebleken uit een onderzoek van Northwestern University in de VS. Het onderzoek is uitgevoerd onder 50.135 mensen uit 28 verschillende landen wereldwijd. Hieruit bleek ook dat Oost-Aziaten vaker een genvariant hebben die hier in het Westen vergelijkbaar is met depressiviteit en angststoornissen. Maar ze zijn hiertegen beter bestand doordat het algemeen belang meer voorop staat dan het individualisme, zo blijkt uit een artikel in NRC Handelsblad (31/10/09)



Individualisme versus collectief gedrag



De verklaring hiervoor ligt bij de korte en lange gen, die het transport van de neurotransmitter serotonine naar de hersenen regelt. Mensen met een korte gen hebben een hogere concentratie serotonine in de synaptische spleten, de ruimte tussen de zenuwcellen, dan de mensen met de lange variant.



Langdurige stress



Mensen met een korte gen hebben meer kans op depressie en angststoornissen bij langdurige stress. In Europese landen heeft 40 tot 45 % van de bewoners een korte gen. In Oost- Aziatische landen hebben echter 70 tot 80% van de bewoners een korte gen. Hieruit trekken de onderzoekers de conclusie dat de korte gen in een collectivistische cultuur positief werkt.

In geval van angst of kwaadheid in een collectivistische cultuur, wordt dit eerder door mensen met een korte gen herkend. Mensen met een korte gen letten namelijk meer op negatieve informatie. In een individualistische samenleving wordt de korte gen minder snel herkend.



http://www.wereldjournalisten.nl

zondag 8 november 2009

Paranoide

Paranoide mensen zijn vaak vijandig of kritisch naar anderen. Zij ervaren anderen vaak als bedreigend en kwaadwillend en hebben het gevoel dat zij zich steeds tegen deze dreiging moeten beschermen. Terwijl zij juist kampen met angst en kwetsbaarheid, zullen zij er alles aan doen om deze niet te laten zien.


Diagnostische criteria voor de paranoide persoonlijkheidsstoornis (DSM-IV):

De cli챘nt heeft een diepgaand wantrouwen en achterdocht ten opzichte van anderen waardoor beweegredenen van anderen ge챦nterpreteerd worden als kwaadwillig. Dit kan onder andere blijken uit het volgende.

De client:


vermoedt vaak, zonder gegronde redenen, dat anderen hem buitensluiten, schade berokkenen of bedriegen.

wordt gepreoccupeerd door ongerechtvaardigde twijfels aan de trouw of betrouwbaarheid van anderen.

neemt anderen met tegenzin in vertrouwen, op grond van de ongerechtvaardigde vrees dat de informatie tegen hem gebruikt zal worden.

zoekt achter onschuldige opmerkingen of gebeurtenissen verborgen vernederingen en bedreigingen.

is halsstarrig rancuneus, vergeeft geen vernederingen, aangedaan onrecht of kleineringen.

bespeurt kritiek op zijn karakter of reputatie en reageert dan snel met woede.

is terugkerend achterdochtig betreffende de trouw van de partner.

Toelichting

Parano챦de mensen zijn vaak angstig en zien overal dreigingen. Zij ervaren contact met anderen als bedreigend en stellen zich agressief, kwaadaardig en wantrouwend op om zich tegen dit gevoel van bedreiging te weer te stellen. Het contact met hen verloopt problematisch en kenmerkt zich wordt door veel conflicten. Zij zullen daardoor anderen niet snel aan zich binden en steun, bescherming en waardering van anderen afwijzen of met veel wantrouwen benaderen. Ze leven vaak ge챦soleerd en zoeken problemen voor oplossingen liever in zichzelf.

Het denken van mensen met PPS wordt gekenmerkt door wantrouwen en achterdocht. Deze houding leidt tot een slecht sociaal funktioneren. Soms lijden deze mensen ook aan klachten met psychotische kenmerken.


* De DSM-IV-criteria zijn overgenomen uit: Beknopte Handleiding bij de Diagnostische Criteria van de DSM-IV.

Wat u moet weten of psygiaters en psygologen

Wat u moet weten over psychologen en psychiaters


Pierrick Hord is auteur en arts. Samen met journaliste Claire Gabillat schreef hij 'Patients si vous saviez' (Als patienten dit zouden weten' Ed. Flammarion). Hij helpt lezers bij het vinden van hun weg in de 'medische jungle', of het nu gaat om al dan niet esthetische chirurgie, kanker, dermatologie, seksuologie of psychiatrie en psychologie. In de laatste disciplines zitten zowel bekwame als onbekwame zorgverstrekkers. De stap zetten naar psychische hulp is vaak niet makkelijk, maar als men dan ook nog met een charlatan te maken krijgt. . . Een gesprek met dr. Hord



Waarop moet men letten voor men met een psychotherapie begint of gewoon op consultatie gaat?
Let van meet af aan op details die vaak heel wat vertellen.
De uiterlijke aspecten bijvoorbeeld.
 Kijk uit met lange, ronkende titels op het naambordje.
Iemand die competent is heeft geen behoefte aan het expliciet vermelden van de behaalde
diploma's, inclusief min of meer verdachte en niet-erkende opleidingen. Ook
internetsites zijn vaak het uitstalraam van practici die vooral op publiciteit uit zijn en
daarbij gebruik maken van alle mogelijke middelen.
Dat is natuurlijk niet het geval met
alle sites of alle zorgverstrekkers, maar het komt wel vaak voor.
 Ook zogenaamde forums waar psychologische problemen besproken worden, gaan niet altijd vrijuit.
Zo is het uitkijken met charlatans die zichzelf aanprijzen door zich voor te doen als een genezen patient.

Op welke details moet men letten wanneer men een psycholoog of psychiater voor het eerst ontmoet?
Therapeuten die zeggen 'ik zal u snel genezen, ik zie nu al wat uw probleem is', moet men mijden als de pest.
Het zijn charlatans. Hetzelfde geldt voor 'therapeuten' die zeggen dat ze zullen 'herprogrammeren' of u recepten voor geluk zullen bezorgen.
Ook bij beweringen die niets met psychologie of met wetenschappen te maken
hebben zoals 'uw biologische klok is ontregeld, maar ik kan het evenwicht herstellen'
moet men achterdochtig zijn.
Wat ook niet kan zijn zogenaamde therapeuten die u aanraden om uw partner te verlaten of om uw partner in geen enkel geval te verlaten.
Tenslotte mag de psycholoog of psychiater ook geen verleider zijn.

Maar een psycholoog of psychiater moet wel een bepaalde warmte uitstralen, toch?
Ja, maar teveel is niet goed, niet normaal en niet gezond.
 En therapeutisch is het al helemaal niet.
Men moet zich altijd goed voelen bij een therapeut.
Hij moet u aanspreken met 'u' en niet met 'jij' of 'gij', hij mag geen geschenkjes geven en hij mag
ook geen geschenken aanvaarden.
U zou in de praktijk geen familieleden van de
therapeut mogen ontmoeten en hij mag u bijvoorbeeld ook niet uitnodigen voor een
feestje of een afspraakje met u maken om op restaurant te gaan.

Ligt dat niet voor de hand?
Ja, voor professionelen wel, maar als men zich niet goed voelt en men behoefte heeft
aan steun, therapie en hulp, dan kan zelfs een therapeut die te ver gaat een
reddingsboei lijken.
Zo ontstaat een afhankelijkheid van de therapeut die nefast kan zijn.

Hebt u nog meer goede raad?
Ja. Het is heel normaal en aanvaardbaar dat men twee of drie verschillende therapeuten
raadpleegt vooraleer men een keuze maakt.
Vraag altijd informatie over de prijs, het aantal afspraken en de modaliteiten zoals 'wat gebeurt er als ik een afspraak mis?
Moet ik dan ook betalen?' enz.
Tot wie kan men zich wenden als men twijfels heeft over de kwaliteiten van een psycholoog of psychiater?
In dat geval moet men zich in de eerste plaats wenden tot zijn huisarts.
 Aarzel niet om hem uitleg te vragen over bepaalde uitspraken.
 Bijvoorbeeld: 'mijn psycholoog zei dit of
dat, wat denkt u daarvan? Is dat normaal?'.
Uw huisarts kan u daarbij helpen.
Dat kan hij ook bij het zoeken naar een geschikte therapeut.
Heel wat van zijn patienten hebben ervaring met psychische hulpverlening en praten erover met hun arts.

Voeding en depressies


Onze voeding
De afgelopen 50 jaar heeft onze voeding een ons eetpatroon een volledige ommezwaai gemaakt. Vroeger was voeding functioneel. Het leverde energie. Je at om te leven. Men at veel noten, granen en zaden. Tegenwoordig is dat anders. Laten we eens kijken naar de suikerinname. We hebben door de eeuwen heen nog nooit zo veel suiker gegeten als we nu doen. Voor de komst van suiker gebruikte men de sappen van vruchten en planten. Honing was een bekend zoetmiddel. In de middeleeuwen was suiker een zeer luxe artikel en vrijwel onbetaalbaar. Boeren haalden hun voeding van het land. Veel mensen hadden een groententuin. Waren er veel appels at je weken lang appelmoes, appeltaart of appelstroop. Men at volgens de seizoenen. Na de tweede wereldoorlog was snoep en koek nog steeds iets voor 'af en toe' en 'niet te veel'. De duimdrop, zoethout, stroopsoldaatjes of droppoeder waren een echte tractatie. Men at om te leven. Een inwoner van nederland at gemiddeld twee keer per dag brood, en één warme maaltijd. Behalve brood at men ook pap of pannenkoeken. Warme maaltijden bestonden voornamelijk uit stamppotten, of aardappels met groente en vlees. Soms kreeg je een toetje.






Naarmate men meer vrije tijd kreeg nam de behoefte aan 'tussendoortjes' toe. De mensen gingen minder werken, gingen dagjes uit en op vakantie! De wereld veranderde. In de jaren '60-'70 was er duidelijk een opmars. In de winkels kwamen mierzoete drankjes in de kleuren gifgroen, rood of groen. Er kwam steeds meer variatie in snoep en koek. Het was gemakkelijk meenemen uit de supermarkt. Dat ging veel sneller dan een appeltaart bakken! Was het voedsel vroeger heel puur (men maakte van basisprodukten als roomboter, bloem, rogge e.d. voedsel) de supermarktprodukten zaten vol kleur en geurstoffen, én de bekende E nummers. De consument wilde produkten die lang houdbaar waren, leuke kleuren hadden en goedkoop waren. Zo werd bijvoorbeeld jam van echt fruit vervangen door kleurstof met suiker en zelfgemaakte sauzen door zakjes. Rond 1970 kwam macdonalds naar Nederland. In het begin sprak men er schande van, maar al gauw gingen ouders overstag 'want een kind uit de klas viert er zijn feestje'. Vaak onder invloed van de kinderen ging men hier eten. Deze kinderen werden groot en waren gewend aan de 'snelle hap'. Het werd normaal dat je af en toe eten ging halen bij de chinees of de frietzaak.
In de jaren 90 werd het tussendoor eten gestimuleerd door de reclame. Kreeg je in de jaren 70 en 80 een liga mee naar school, nu kon je kiezen uit tientallen soorten. De reclame wilde doen voorkomen dat het heel normaal was om tussendoor te 'snacken'. Hoewel gezond eten om de paar uur goed is, is snacken dat niet. Deze 'snacks' bevatten veel suiker, zout en vet. Suiker en vet zijn stoffen die verslavend werken. Dit is een garantie voor de fabrikant dat je het blijft kopen! Ook kwam het jachtige leven in opmars. Man en vrouw gingen samen werken. De kinderen naar het kinderdagverblijf. Snel na het werk kinderen halen, even gauw naar de supermarkt. Je hebt geen energie meer om te koken. De vraag naar een snel te bereiden voedsel nam toe. De tijd van sudderlapjes, zelfgemaakt appelmoes was voorbij. De magnetron was vaak het middelpunt van de keuken.
Momenteel is het de trend om weer bewuster te gaan eten. Men gaat weer naar natuurvoedingswinkels om de pure smaak van vroeger weer te beleven. De afgelopen jaren zijn ontzettend veel mensen allergisch geworden voor additieven. Additieven worden aan de voeding toegevoegd om het uiterlijk te veranderen of de houdbaarheidsdatum. Denk aan kleur-geur, zoetstoffen, maar ook glans en antiklontermiddelen. Je ziet ook dat onthaasten populair wordt. Mensen willen weer een lekkere maaltijd en nemen de tijd om in de keuken te staan.


Biologisch voedsel
Biologisch voedsel bevat geen kleur, geur en smaakstoffen. Dit merk je als je bijvoorbeeld een pot jam koopt. Deze zal na korte tijd schimmel bevatten. Dit is normaal. Het is niet normaal dat je een pot jam (niet biologisch) maanden in de ijskast kan laten staan. Dat dit kan komt door middelen die zijn toegevoegd om de jam langer houdbaar te maken. Hieronder zie je een lijstje met dit soort middelen.
E nummers zijn gerangschikt in volgorde






E100-199 zijn kleurstoffen






E 200-299 zijn conserveermiddelen






E 300-399 zijn antioxidanten






E 400-499 zijn emulgatoren






E 500-599 zijn Diverse additieven






E 600-699 zijn smaakversterkers






E700-799 zijn conserveermiddelen






E900-999 zijn antischuimmiddelen, deegverbeteraars, zoetstoffen en glansmiddelen






E 1400-1499 zijn gemodificeerde zetmelen


Over de rol van zoetstoffen is ook veel discussie. Het blijft een feit dat zoetstoffen lichaamsvreemd blijven. De resultaten op langere termijn zijn niet bekend. Het is nooit aangetoond dat je door zoetstoffen af zou vallen. Kinderen zijn erg gevoelig voor dit soort middelen en ik zou persoonlijk nooit een kind zoetstof geven. Een site waar veel te lezen is over zoetstof en met name aspartaam kun je hier vinden.
Verkeerde voeding maakt ons gek?
Volgens Joseph Hibbeln, die als arts en onderzoeker verbonden is aan het ‘National Institute of Health’, verandert de moderne industrieel geproduceerde voeding de architectuur en het functioneren van onze hersenen. Stemmingsproblemen en agressiviteit zouden daarvan het gevolg zijn. Een groot deel van de Westerlingen lijdt aan fundamentele tekorten van noodzakelijke voedingsstoffen. Hij doelt vooral op een tekort aan essentiële vetten, die nodig zijn voor een goede werking van de hersenen. Dit tekort leidt tot mentale problemen, zoals depressie en agressie. Hibbeln is van overtuigd dat junkfood ons ‘gek’ en agressief maakt.




Jamie oliver strijdt voor gezonde voeding op Engelse scholen




De beroemde Britse tv-kok Jamie Oliver zal het graag horen: kinderen die op school gezonde maaltijden krijgen voorgeschoteld, zo meldt de Observer, zien hun resultaten spectaculair verbeteren. Dat gezond voedsel, bijvoorbeeld eten dat rijk is aan omega 3, de hersenen van opgroeiende kinderen deugd doet, is al eerder vastgesteld. Nu wordt het opnieuw bevestigd door onderzoekers in het Engelse Hull, een stad met een relatief hoog aantal zwaarlijvige mensen onder zijn bevolking


Voeding heeft invloed op het gedrag
In Engeland is het onderzoek allang afgerond en de regering allang overtuigd. In Nederland doen we het (sceptisch?) nog een keer over. Ik heb het over het gevangenisproject. Een afdeling jeugdige boefjes krijgt het eerste half jaar van 2006 goede voeding, supplementen en goede vetten voorgeschoteld. De uitkomst is voorspelbaar als we even naar Engeland kijken: de agressie wordt stukken minder en er is een enorm verschil in gedrag en depressie waarneembaar. Daarom betrek ik voeding in het behandelplan. Hieronder een interessant stuk over soortgelijk onderzoek opgezet door criminoloog Schoenthaler uit Amerika.
Delinquenten verruilen patat voor gezonde kost


'Delinquenten verruilen hun patat voor vitamine rijke kost en veranderen binnen tien maanden in aardige jongens. En haring voorkomt depressies en seniliteit. Je draait door.' dat kreeg criminoloog Stephen J. Schoenthaler te horen toen hij in 1980 wilde onderzoeken of het gedrag van gevangenen misschien zou ver beteren als hun menu werd aangepast. Schoenthaler was gefascineerd door drie statistische curves: het aantal gevallen van zinloos geweld, de omzet van de fastfood industrie en de suikerconsumptie. Alledrie vertoonden indertijd alpiene trekjes. Zijn 'buikgevoel' en zijn schoonmoeder fluisterden hem in dat er wel eens een verband zou kunnen zijn. Ondanks de kritiek van collega's zette Schoenthaler door. Hij vond een gedreven bondgenoot in de directeur van een grote gevangenis in Virginia. Binnen enkele weken timmerden ze een ambitieus onderzoek in elkaar. Eerst zouden ze de gevangenen zes maanden volgen met het gebruikelijke menu van witbrood, hamburgers, worst, patat, ijsbergsla, koeken, milkshakes, zoete snacks en frisdrank. Vervolgens zouden de gedetineerden tien maanden worden 'afgeknepen' op een dieet van volkorenbrood, aardappelen, vlees, vis, groente en fruit, zonder gefrituurde waren en suiker. Daarna zou weer een periode volgen van zes maanden traditionele gevangeniskost. De resultaten waren - niet in de laatste plaats voor de gevangenen zelf - overweldigend. In de aardappelen-groente-vlees fase kelderde hun antisociale gedrag, om na herinvoering van hotdogs en koekjes weer voluit terug te keren. Het nieuws verspreidde zich snel en Schoenthaler werd een graag geziene gast in het gevangeniswezen. In tien jaar tijd onderwierp hij 8076 gedetineerden aan voedingsexperimenten. Zowel het schrappen van kristalsuiker als het opkrikken van de dagelijkse hoeveelheid vitamines en mineralen leidde consequent tot een afname van het aantal overtredingen, fysieke en verbale geweldsuitingen, uitbraak- en zelfmoordpogingen en tot een verbetering van de stemming. Recidivisten leverden 86 procent minder streken, drugsverslaafden 72 procent. Sommige inrichtingen besloten op de ingeslagen weg door te gaan. Maar in de loop der tijd ging het merendeel toch weer overstag voor Coca-Cola en McDonald's. Schoenthalers nieuwsgierigheid was nog niet bevredigd. Hij vroeg zich af of ook recalcitrante schoolkinderen te beïnvloeden waren met voeding. Om meer duidelijkheid te krijgen zette hij in 1999 een studie op onder 468 zes- tot twaalf jarige leerlingen van een basisschool in Phoenix, Arizona. Deze school hield sinds jaar en dag het gedrag bij van elk kind. Omdat de kinderen niet op school aten maar bij hun ouders, besloot Schoenthaler te werken met een voedingssupplement. Vier maanden lang kregen de kinderen dagelijks ofwel een vitaminepilletje ofwel een placebo. Het effect van de vitamines - de helft van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid - was enorm. Het aantal 'disciplinaire maatregelen' tegen veertig notoire onruststokers die een vitaminepil kregen, daalde met bijna vijftig procent. De kinderen gedroegen zich minder agressief, waren minder vernielzuchtig, hadden meer respect voor hun onderwijzers, werden co–peratiever en konden zich beter concentreren. Als bijwerking gingen hun leerprestaties vooruit. Ook bleek het IQ van alle leerlingen die vitamines hadden geslikt - dus ook dat van de 'rustige' kinderen - iets omhoog te zijn gegaan. "Het is naïef om te denken dat onvolwaardige voeding uitsluitend negatieve gevolgen heeft voor ons lichamelijk functioneren", zegt arts Melvin Werbach, die een groot aantal studies naar de relatie voeding-gedrag op een rij zette. "Het brein is ook een orgaan. Net als bijvoorbeeld de nieren, de ogen en het hart is het gevoelig voor een tekort aan voedingsstoffen. Met hersenscans zijn relaties gevonden tussen bijvoorbeeld de hoeveelheid magnesium in het bloed en het functioneren van een deel van het brein waar moraal, geweten en driftbeheersing zetelen. Schoenthaler en collega's hebben nu laten zien dat het op peil brengen van zulke spiegels tot gedragsverbetering kan leiden." Veel artsen menen dat het in het Westen onmogelijk is te weinig vitamines en mineralen binnen te krijgen, ongeacht de eetgewoonten. Maar de consumptie van groente en fruit daalt nog steeds. Patat, hamburgers, milkshakes, chips en cola verdringen de Hollandse pot. Welbach: "Een duidelijk zichtbaar gevolg van die ontsporing is dat we alsmaar vetter worden en op ons dertigste botontkalking en ouderdomssuiker ontwikkelen. De an dere ramp voltrekt zich in het geniep: tussen de oren. We worden depressief, agressief of krijgen adhd. Voor het merendeel van de kinderen in Schoenthalers experiment geldt dat ze goed in hun vel zouden zitten als ze normaal zouden eten. Ook zonder een dagelijks vitaminepilletje. Wat aten Nederlanders vlak na de oorlog? Boerenkool met worst? Spruitjes? Draadjesvlees? Perfect! Geef de jeugd van tegenwoordig regelmatig boerenkool met worst en het leven wordt een stuk aangenamer." Hoe ongebalanceerde voeding precies tot biochemische verstoringen in de hersenen leidt en hoe die verstoring te corrigeren valt met vitamines of mine ralen, is slechts ten dele opgehelderd. Wie in de stoffige archieven van de medische bibliotheek duikt, vindt in een eeuw documentatie tientallen verbanden en theorieÎn, maar nauwelijks verklaringen. Antisociaal gedrag lijkt samen te hangen met een overdadige consumptie van suiker en witmeel en een gebrek aan foliumzuur, thiamine (vitamine B1) en de mineralen ijzer, selenium en magnesium. Hetzelfde geldt voor depressies, paniekstoornissen en hyperactiviteit. Maar veel meer is niet bekend. Duidelijker is de rol die de zogeheten omega-3 vetzuren spelen in het functioneren van de hersenen. Deze vetzuren zitten in groene groente, in bepaalde algen, maar vooral in vette vis. Talloze studies, waaronder een recent Rotterdams onderzoek, suggereren dat een harinkje helpt voorkomen dat we voortijdig depressief en seniel achter de geraniums belanden. Omega-3 vetzuren spelen een cruciale rol bij de signaaloverdracht in de hersenen. Bij een tekort kan er van alles misgaan in die witgrijze telecomcentrale. "De minie me hoeveelheid omega-3 vetzuren in het westerse menu leidt aantoonbaar tot stoornissen in de productie van boodschapperstoffen als serotonine en dopamine", zegt neuropsychiater Emanuel Severus van de Universiteit van Berlijn. En de Zweedse patholoog Tom Saldeen: "In de Noord-Europese landen is de inname van omega-3 vetzuren in de afgelopen tachtig jaar met tachtig procent gedaald. Dat heeft niet alleen desastreuze gevolgen voor hart- en bloedvaten, maar ook voor het brein en dus voor ons welbevinden. Dat laatste krijgt nauwelijks aandacht. De hersenen bestaan voor ongeveer de helft uit omega-3 vetzuren. Het is een essentieel vet, het lichaam kan het niet uit andere vetten maken. Dank je de koekoek dat we minder vrolijk worden als het brein ervan verstoken blijft." Niet alleen minder vrolijk, ook een beetje dommer en uiteindelijk zelfs depressief of dement. Kinderen worden slimmere volwassenen als ze worden gezoogd met moedermelk, die van nature rijk is aan omega-3 vetzuren. Hetzelfde geldt voor kin deren met adhd en manisch-depressieven. Aanvulling met ome ga-3 vetzuren uit een potje geeft vrijwel altijd verbetering.'










Bron: Algemeen Dagblad, 13 April 2002




Slechte voeding verslechtert leervermogens


16 augustus 2006 in Voeding en gezondheid
Ongezonde voedingsgewoonten op jonge leeftijd zorgen voor problemen in de ontwikkeling van neuronen. Daardoor is er kans op een laag IQ bij mensen en afwijkend leervermogen bij vogels. Als de voedingsgewoonten na een slechte start toch verbeteren, is er vervolgens een groeispurt waarbij de lengteachterstand ingelopen wordt. Echter, de cognitieve ontwikkelingsachterstand blijft bestaan. Die vergaande conclusies komen uit een nieuw onderzoek dat keek naar de relatie tussen voeding op jonge leeftijd, lichamelijke groei en de leerontwikkeling op latere leeftijd. Omdat men bij onderzoek onder mensen meestal te maken heeft met verwarrende variabelen die ook een rol spelen, richtte het onderzoek zich op vinken. Er is gekeken hoe verschillende voedingspatronen hun leervermogen bepalen. Alleen de kwaliteit van het voedsel werd gemanipuleerd, de hoeveelheid niet. De onderzoekers maten vervolgens de snelheid waarmee de vogeltjes een simpele taak onder de knie konden krijgen. Op het voedingspatroon van slechte kwaliteit groeiden de vinkjes minder snel dan de controlegroep. Na 20 dagen werd omgeschakeld naar het gewone dieet en toen bleken de vogeltjes heel snel de groeiachterstand in te lopen. Na de leerfase in het onderzoek bleek een negatief resultaat voor dat de groep vogeltjes die de slechte voeding had gekregen en daarna het snelste was gegroeid. Zij deden het het slechtste op de leertaak. De onderzoekers concluderen dat de versnelde groei na de periode van ondervoeding verantwoordelijk is voor de leerproblemen op latere leeftijd. Slechte voeding kan negatieve effecten hebben op de lange termijn, stelt men nu. Dat geldt niet alleen voor vinken, maar ook voor mensen. Langs welke weg slechte voeding het leren belemmert is nog niet helemaal zeker. De onderzoekers vinden het wel belangrijk om dat precies te weten, zodat men baby’s met ondergewicht beter kan helpen om negatieve gevolgen op lange termijn voor te zijn.




(Bron: PLoS Biol. 2006 August; 4(8): e251
De conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat voeding veel belangrijker is bij het behandelplan van ppd dan je waarschijnlijk dacht. Angst, agressie of depressie kunnen verergeren door verkeerde voeding.

Gezinstrauma en seksueel misbruik

Gezinstrauma en seksueel misbruik


Veel mensen maken in hun leven een of meerdere crisissen van korte of langere duur door. Over het algemeen verwachten mensen geen verlammende angsten of intens verdriet te ervaren, toch overkomt dit de meeste mensen. Onverwerkte herinneringen uit de jeugd, die gaan opspelen, zijn hiervoor een belangrijke reden. Net zoals de fysieke gezondheid is de psychische gezondheid een voorwaarde om te kunnen leven. Vaak realiseert iemand zich pas hoe cruciaal de psychische gezondheid is als deze wegvalt. Iemand kan zich gedurende een langere tijd intens ellendig en wanhopig voelen, en dit kan overkomen alsof het nooit anders en beter is geweest en het nooit anders zal worden. De kennis dat de meeste mensen in hun leven e챕n of meerdere van deze perioden door zullen maken, zal op zo'n moment nauwelijks als steun ervaren worden. Soms is het zo dat de veroorzakende traumatische periode of episode al lang ver achter iemand ligt. Iemand kan gruwelijke en/of pijnlijke ervaringen in de vroege jeugd of later in het leven hebben meegemaakt. Door een mogelijke trigger, of gewoon spontaan, kunnen deze herinneringen plotseling terug komen, en zich uiten in een deken van somberheid of juist heftige angsten.
Die gevoelens lijken misschien moeilijk te plaatsen. Toch weet men dat ervaringen en gevoelens met gebeurtenissen uit de jeugd te maken hebben. Diepe angsten of fysieke onrust, ervaringen van intense machteloosheid of van wanhoop kunnen meer en meer de overhand nemen en het dagelijkse leven kleuren op een manier zodat alles vastloopt. Zelfvertrouwen en waardering kunnen eveneens ernstig vervormd raken en mede ertoe leiden dat de verlamming groter wordt.

Een voorbeeld van trauma uit de jeugd is seksueel misbruik. Judith Lewis Herman (1981) schrijft daarover "dat voor ieder kind het hebben van seksueel contact met een volwassene, speciaal wanneer het een "betrouwbaar" familielid betreft, een significant trauma is, welke langdurig en schadelijke effecten veroorzaakt.", p.33.



Seksueel misbruik

Nog niet zolang geleden werd seksueel misbruik in het gezin verzwegen en ontkend. Het was een groot taboe. Dat vrouwen daaronder enorm leden, allerlei klachten vertoonden en slecht functioneerden was de prijs die zij betaalden. Echter al in 1896 schrijft Sigmund Freud in zijn werk "The Aetiology of Hysteria and Studies on Hysteria" dat hij het mysterie van de hysterie opgelost had. Als oorzaak van de hysterische klachten die Freud bij veel van zijn vrouwelijke pati챘nten aantrof, lag seksueel misbruik. Vele vrouwen die bij Freud in behandeling waren voor hysterische symptomen, nu somatoforme symptomen genoemd, meldden misbruikt te zijn door hun vader. Dit was schokkend voor Freuds levensbeeld en deze ontdekking zat Freud niet lekker gezien de implicaties die het zou hebben voor het patriarchale gezin. Freud weigerde vaders publiekelijk als agressor te identificeren. Bovendien had hij moeite om te geloven dat seksueel misbruik zo veelvuldig voorkwam. "It was hardly credible that perverted acts by the father against children were so general". Hij komt tot de conclusie dat de verhalen van zijn pati챘nten over seksueel misbruik gebaseerd moesten zijn op fantasie챘n en incestueuze wensen van het kind. Freud schrijft: "Almost all of my woman patients told me that they had been seduced by their father. I was driven to recognize that these reports were untrue and came to understand that the hysterical symptoms are derived from phantasies and not from real occurrences". Een gevolg hiervan was dat decennialang ontkend zou worden wat er werkelijk gebeurde, namelijk het wijdverbreide seksuele misbruik van kinderen door de vader of een ander gezinslid. Het duurt nog vele jaren voordat de wereld het taboe over incest zal doorbreken en erkent dat kinderen meestal niet liegen en fantaseren over seksuele ervaringen met de vader of oom, maar dat dit gruwelijke, veelvoorkomende, waarheden zijn met mogelijke intense gevolgen voor het slachtoffer. Hermann (1981) meldt zelfs dat een vijfde tot een derde van alle vrouwen een vorm van ongewenst seksueel contact in hun kindertijd meemaken, bovendien dat 1 op de 100 vrouwen rapporteerde dat zij seksuele ervaringen met hun vader hadden gehad. Seksueel misbruik treft kinderen van alle leeftijden. Uit een onderzoek van Faller (1989) was meer dan de helft van de kinderen jonger dan 6 jaar. Bovendien kan incest in ieder type gezin voorkomen. Het incest gezin kan evengoed een goed aangepast en goed functionerend gezin zijn als een slecht functionerend gezin.

Uit een onderzoek van Mannerino en Cohen ( 1986) bleek dat 38% van het misbruik gepleegd werd door een vaderfiguur, de rest door een bekende van het gezin. Geschatte verhoudingen meisjes - jongens zijn rond de 87 % meisjes, tegenover 13 % jongens, maar het kan zijn dat het aantal misbruikte jongens ondergerapporteerd is.


Gevolgen seksueel misbruik

Het is heel moeilijk om te zeggen wat de individuele gevolgen zijn van misbruik. Er zijn vele variabelen die hun uitwerking hebben op het welzijn. Deze variabelen hebben te maken met hoe het kind eraan toe was voordat ze misbruikt werd, hoe oud ze was, hoe de band was met anderen bijvoorbeeld de moeder, hoe vaak, ernstig en intens het misbruik was en hoe lang dat heeft geduurd. Men kan wel zeggen dat hoe jonger iemand was toen het begon, hoe langer het heeft geduurd, en hoe hardvochtiger het misbruik, des te groter is de kans dat iemand daar later ernstige last van. De gevolgen kunnen iemands leven behoorlijk ontwrichten. Het ervaren van herbelevingen en vermijdingsgedrag zijn veel voorkomende kenmerken van onverwerkt trauma. Maar ook andere gevolgen kunnen ontstaan na langdurig misbruik. Wanneer iemand bij voorbeeld in de jeugd geen veiligheid ondervond en aldoor op haar/zijn qui vive moest zijn, kan deze persoon op volwassen leeftijd nog steeds "arousal" kenmerken bezitten: men is aldoor op haar/zijn hoede, schrikt gemakkelijk, slaapt onrustig en voelt zich niet (gauw) veilig. Hermann (1992, p. 108) schrijft hierover: "Normal biological cycles of sleep and wakefulness, feeding, and elimination may be chaotically disrupted or minutely overcontrolled. Bedtime may be a time of hightened terror rather then a time of comfort and mealtimes might be times of extreme tension.".

Ook het emotionele leven kan in de war gebracht zijn. Een staat van "dysphoria", namelijk verwarring, agitatie, leegte, en eenzaamheidsgevoelens, kunnen het slachtoffer in haar/zijn greep houden. Naast deze "dysphoria" kan men leiden aan heftige angsten en depressie, zelfs soms pieken in paniekaanvallen, woede en wanhoop.

Ook verijzen, als ijs zijn, geen gevoel meer hebben, dissoci챘ren van wat er is gebeurd, hetgeen in de jeugd een relatief goede bescherming was om te overleven, kan ongewild in de volwassenheid verder ingezet worden. Deze depersonalisatie, derealisatie en anesthesie kunnen door een trigger van buitenaf opgeroepen worden en het contact met het zelf of de omgeving bevreemden. Dit gevoel om buiten jezelf te staan, om niet te voelen, of later juist extreem veel te voelen kan het slachtoffer proberen op te heffen door zichzelf te verminken of door andere zelfdestructieve activiteiten te ontplooien.

Tenslotte blijkt uit onderzoek dat veel slachtoffers van incest met negatieve oordelen kampen. Zowel naar zichzelf toe als naar de wereld in de vorm van weinig positief over zichzelf kunnen denken en moeilijk kunnen vertrouwen. Hoe kan het ook anders wanneer juist degenen die haar/hem hadden moeten beschermen, de ouders of andere volwassen, het niet goed met haar/hem hebben voor gehad en het slachtoffer hebben beschadigd.
Fysiek en mentaal geweld

Chronische onveiligheid door herhaaldelijk fysiek en/of psychisch geweld in het kerngezin cre챘ert bij het kind enorme angsten en machteloosheid en later eventueel depressie en woede. In zo'n gezin worden de normaalste verzorgingstaken gecorrumpeerd. Het gezin leeft in een klimaat van terreur. Het onvoorspelbare en constant aanwezige gevaar leidt ertoe dat het kind niet ontspannen kan, en niet als kind kan leven en genieten. Zij/hij doet vaak al het mogelijke om de dreiging te controleren en uit de weg te gaan en ontwikkelt gevoelige sensoren om zo goed mogelijk gevaar in te schatten. Het gevolg hiervan is dat deze kinderen constant op hun hoede en alert moeten zijn. Regelmatig zijn regels oneerlijk, inconsistent en veranderlijk. Het "thuis" was niet veilig en verstoppen of onopvallend gedragen was hun enige optie. Ofschoon deze kinderen doorlopend bezig zijn op te letten en gevaar in te schatten, moeten ze gelijktijdig stil zijn en niet de aandacht trekken, ook wel "frozen watchfulness" genoemd (Hermann, 1992). Gevolgen van dit misbruik kunnen lijken op die van seksueel misbruik. Het is treurig dat vele overlevenden van fysiek geweld op volwassen leeftijd een gewelddadige partner uitkiezen of juist zelf gewelddadige kanten ontwikkelen.
Niet alleen incest en fysiek geweld kunnen leiden tot klachten op latere leeftijd. Ook affectieve verwaarlozing en de zogenaamde kleine "t" trauma's in de vorm van verbale vernedering en/of geweld kunnen hun littekens achterlaten. Een moeder die bijvoorbeeld haar eigen gevoelens van waardeloosheid projecteert op haar kind ("Jij kan zoiets niet!!"), richt gewild of ongewild veel schade aan en dit kan het gevolg hebben dat dit kind zelf ook met waardeloosheidsgevoelens komt te zitten. Vele jaren later, als het kind reeds lang volwassen geworden is en mogelijk zelf moeder of vader, kunnen ook bij haar/hem gevoelens van waardeloosheid haar/zijn functioneren gaan ontwrichten en verlammen.

Kind als ouder, ouder als kind

Ook gezinnen waarbij het kind als ouder werd behandeld kan bij het kind leiden tot een verscheidenheid aan klachten wanneer het kind volwassen is geworden. Juist bij deze volwassene is het heel moeilijk de vinger "er precies op te leggen" wat nu eigenlijk het rotgevoel veroorzaakt. Er zijn geen duidelijk aanwijsbare oorzaken waarom deze volwassene met klachten worstelt. Vaak weten deze volwassen wel dat het met de jeugd te maken heeft, maar is het moeilijk om in eerste instantie helder te krijgen wat precies het "onwelbevinden" heeft veroorzaakt. Het gezin van herkomst lijkt misschien wel voor de buitenwereld een goed functionerend gezin. Bij doorvragen blijkt dat er echter een rolverwarring heeft plaatsgevonden in de jeugd van dit kind. De ouder is niet in staat geweest om aan de behoeften van dit kind tegemoet te komen. In tegenstelling, de ouder had zelf behoeften en gebruikte het kind om deze behoeften te bevredigen. Het kind kreeg mogelijk boodschappen van de ouder om op de ouder te letten en de ouder te helpen. Als het kind hieraan niet voldeed dan kroop de ouder in de slachtoffer rol, of werd de ouder overkritisch. Er werd niet onvoorwaardelijk om dit kind gegeven en het kind werd niet emotioneel/psychisch verzorgd, er werd niet (genoeg) geluisterd naar de behoeften van dit kind. De ouder was emotioneel en psychologisch afwezig, de functie van het kind was juist om aandacht, zorg en bewondering aan de ouder te geven.

Deze kinderen weten vaak niet anders en gaan in hun volwassenheid ermee door om op anderen te letten en voor anderen te zorgen en schaden daarmee hun eigen belangen. Uiteindelijk nemen gevoelens van leegte, somberheid, gevoel van ge챘xploiteerd of gemanipuleerd te worden het over. Mogelijk andere reacties zijn over-emotioneel reageren, buitenproportioneel verzet en rebellie naar de ouder of partner, overkritisch zijn naar anderen, naar het zelf of heftig op kritiek reagerend.


Is hulp altijd nodig of bij wie is dit nodig

Is het nu altijd zo dat trauma's in het gezin moeten leiden tot slecht functionerende volwassenen? Nou nee helemaal niet. Sterker nog, de meeste mensen zijn gedurende een groot deel van hun leven in staat redelijk goed tot goed te functioneren. Het is juist zo indrukwekkend dat vele kinderen toch een weg vinden om te overleven, toch een manier vinden om met hele nare omstandigheden en /of trauma 's om te gaan. Vaak moeten zij daar echter wel een prijs voor betalen als zij ouder zijn, in de vorm van negatieve zelfwaarderingen en/of crisissen die zich op een bepaalde periode in hun leven voordoen. Er zijn dan triggers te vinden die de weggestopte traumatische ervaringen weer leven inblazen en het systeem kwetsbaar maken. Ook kan het zijn dat iemand onbewust zijn/haar trauma's herhaalt en zelfs doorgeeft aan volgende generaties door zijn/haar kinderen te traumatiseren.
Als iemand goed functioneert en zich fijn voelt is behandeling niet nodig. Het kan echter zijn dat dit verandert, dat iemand zich, door wat dan ook, slechter gaat voelen, dat hij of zij herbelevingen gaat krijgen, of dat iemand het werk niet meer aan kan, doordat er bijvoorbeeld een persoon rondloopt op wie hij/zij heel sterk reageert, of omdat iemand zich ontzettend rot begint te voelen, schrikreacties ervaart, nachtmerries heeft of triggers begint te vermijden. Dit kunnen aanleidingen zijn om wel hulp te gaan zoeken.
Wat voor behandeling helpt bij traumaverwerking

Belangrijk is dat je je goed voelt bij de therapeut, dat het klikt, dat je vooruit gaat en dat je altijd weg kan gaan als je niet meer wilt, het niet klikt of je niet vooruit gaat. Kies iemand uit die ervaring heeft met complexe trauma verwerking. Er bestaan verschillende methoden om trauma klachten te behandelen. Vroeger werden trauma's veelal, als ze al behandeld werden, met een vorm van gedragstherapie, namelijk confrontatie, behandeld. Tegenwoordig zijn er meerdere specifieke traumabehandelingsmethoden ontwikkeld waarvan sommige uitgebreid getest zijn door middel van gecontroleerd onderzoek en anderen minder of helemaal niet. De methode die op dit moment de beste resultaten boekt bij enkelvoudige trauma is EMD

Stress gezond voor een op tien Nederlanders

Stress gezond voor een op tien Nederlanders



ROTTERDAM - Gezonde stress bestaat. E챕n op de tien Nederlanders heeft er 'last' van. Zij leven gezonder en worden minder snel dement dan gemiddeld. Dat blijkt uit een onderzoek van internist in opleiding Liesbeth van Rossum waarover het vakblad Monitor van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam donderdag schrijft.

Van Rossum ontdekte verschillende gensoorten die betrokken zijn bij stress. Vorig jaar promoveerde ze cum laude op haar onderzoek.

Om stressvolle momenten het hoofd te kunnen bieden, maakt ieder lichaam stresshormonen aan in het bloed. Twee op de vijf mensen hebben last van chronische stress. Dat houdt in dat zij continu te veel van deze stresshormonen in hun bloed hebben. Het 'glucocortico챦d-receptor-gen' werkt bij hen niet goed. Dit gen is verantwoordelijk voor de verwerking van de hormonen.
Afwijking
E챕n op de tien mensen heeft een afwijking in dit gen. Dat bemoeilijkt dat de stresshormonen hun werk doen. Dragers van dit gen blijken uit het onderzoek van Van Rossum een lager cholesterol te hebben. De tien procent van de bevolking die dit gen bezit, heeft minder kans op hart- en vaatziekten, suikerziekte en aderverkalking.

Topsporter

Van Rossum onderzocht vierhonderd mannen van gemiddeld 78 jaar. Na vier jaar was een vijfde van de mannen met het 'normale' gen overleden, terwijl iedereen met het afwijkende gen nog leefde. Bij een ander onderzoek, van mannen tussen 30 en 36 jaar, bleek ook dat dragers van het gezonde gen meer spiermassa en kracht hadden. Van Rossum leidt daaruit af dat ook de kans om topsporter te worden, daardoor mogelijk groter is.

Slaapproblemen

Tips en informatie


Moeilijk kunnen slapen

Als u af en toe 's nachts wakker ligt, kan dat heel vervelend zijn. Hoe meer u uw best doet, hoe moeilijker het is om in slaap te vallen. De meeste mensen maken dat wel eens mee. Het is niet echt een reden tot ongerustheid. Vaak slaapt u toch nog meer dan u denkt. Veel mensen die denken dat ze de hele nacht geen oog dichtdoen, blijken toch een paar uur te hebben geslapen. Niet iedereen heeft evenveel slaap nodig. De een heeft aan acht of tien uur slaap nog niet genoeg. De ander is na zes uur slapen echt uitgerust. Een slechte nachtrust wordt pas echt een probleem als u daardoor overdag niet meer goed kunt functioneren.


Oorzaken

Slaapproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben.


Slaapmiddelen

Slaapmiddelen kunnen soms tijdelijk een oplossing bieden. Maar de voordelen wegen meestal niet op tegen de grote nadelen.


Daarom zijn de meeste artsen heel terughoudend in het voorschrijven van slaapmiddelen. U slaapt er meestal niet veel langer door. Bovendien went uw lichaam snel aan slaapmiddelen. Al binnen enkele weken vermindert het effect. U kunt verslaafd raken aan slaapmiddelen en stoppen is dan moeilijk.


Een bijwerking van slaappillen is sufheid overdag.


Kortom: er zijn veel redenen om andere manieren te zoeken om beter te kunnen slapen.

Emotionele gebeurtenissen

Emotionele gebeurtenissen, zoals het overlijden van een naaste of een conflict op het werk, kunnen een slechte nachtrust tot gevolg hebben. Ook spanningen die met iets prettigs te maken hebben kunnen de slaap verstoren. Denk bijvoorbeeld aan een naderende vakantie. Slecht slapen rond een emotionele of spannende gebeurtenis is normaal. Maar soms blijven de slaapproblemen bestaan nadat de spanning is verdwenen. Dat komt doordat er angst is ontstaan om weer niet te kunnen slapen. Hierover piekeren, vergroot de kans dat u moeilijk inslaapt.


Verstoord ritme

Werken in ploegendiensten en verre vliegreizen veroorzaken vaak slaapproblemen. Ze verstoren uw dag- en nachtritme. Dat geldt ook als u de ene dag laat naar bed gaat en de andere dag weer vroeg. 's Morgens uitslapen, vergroot de kans dat u de volgende nacht slecht slaapt. Ook leeftijd speelt een rol: op latere leeftijd neemt de behoefte aan slaap vaak af.


Andere redenen


Soms is de oorzaak heel duidelijk aan te wijzen: lawaai bij de buren, een snurkende bedgenoot of lichamelijke klachten zoals pijn, benauwdheid of jeuk. 's Avonds veel of laat eten doet uw nachtrust ook geen goed. Door koffie of sigaretten wordt uw geest actief. Dat kan u belemmeren om in te slapen. Ook late bezigheden, zoals sporten of vergaderen, kunnen u wakker houden.

Huisarts

In een aantal gevallen is het zinvol om over uw slaapproblemen te gaan praten met uw huisarts. Bijvoorbeeld als uw slaapproblemen komen door lichamelijke klachten; als u wekenlang slecht slaapt en de adviezen niet helpen; als u overdag niet goed meer kunt functioneren; of als u wilt stoppen met slaapmiddelen.

Zoek het licht

Ik voel me leeg,
Ik voel me onbegrepen,
zonder woorden,
zonder zinnen.

geen zin om dingen te doen,
geen zin om te zorgen,
geen zin in de dag van morgen.

Geen zin in onbegrip,
geen zin in de duisternis.
Het licht is er wel,
maar moeilijk te komen,
moeilijk om aan te raken,
moeilijk om erheen te gaan.

soms gaat het goed,
en heb ik het ergste gehad.
maar dan komt het terug het gevoel,
en de gedachtes.
duisternis en leegheid.

moeilijk om uit te leggen
moeilijk om te beseffen.
moeilijk om er vanaf te komen.
moeilijk om tranen te laten stromen.

moeilijk en geen zin,
vaak geschreven,maar genoeg om voor te leven.

het licht te zoeken,
het vast te houden,
Allahs liefde te voelen,
goede daden doen.
koraan te lezen,
koraan te luisteren.
koraan te leren.
islamitische boeken lezen.
salaat verrichten,
soennah salaat verrichten.
doeas doen
mensen helpen.

andere mensen hebben het erger.
geen eten geen drinken.
alleen maar ziekte en dood.
armoede en intense verdriet.
oorlogen afpersingen en ondraaglijke pijn.

Moge Allah hun genadig zijn,
Moge Allah onze zwaktes vergeven.
Moge Allah ons helpen om goed te leven.
Volgens Zijn geboden.
Moge we Zijn licht ontvangen.
Moge het licht onze harten raken.
onze gezichten verlichten,
ons verlichten van het wereldse leven en duisternis amin.

Islamitische voedselbank

Islamitische voedselbank




Voor zusters en broeders.



Ken jij iemand of ben je iemand die niet in staat is om zijn eigen eten te kunnen bekostigen.


Mail dan naar fisebielilah@hotmail.com Dan komen wij je tegenmoet met een

voedselpakket(ten).

Ben je ook niet in staat om een schaap te kopen met het offerfeest, dan kunnen wij je insHallah een stuk schaap doneren.

Mail dit door AUB, moge Allah jullie rijkelijk belonen met Djenah Firdaus



Wa salaam