maandag 12 oktober 2009

Posttraumatische stress-stoornis

Posttraumatische stress-stoornis

Inleiding


In Nederland was het vooral de psychiater Bastiaans, die bekend werd met zijn hulp aan de overlevenden van de Duitse concentratiekampen. Al die kampslachtoffers hadden de meest vreselijke dingen gezien en meegemaakt, ze waren gemarteld, vernederd, hadden aan onvoorstelbare terreur blootgestaan, mensen (soms vrienden of familie) zien doodgaan en waren zelf soms bijna dood geweest. Het bleek dat velen van hen redelijk tot goed functioneerden en schijnbaar weinig klachten hadden. Geleidelijk ontstonden er wel degelijk vrij ernstige klachten. Die klachten vertoonden steeds een grote overeenkomst: er was sprake van herbeleving van het trauma, vermijding van alles wat aan het trauma deed denken en symptomen die wezen op een verhoogde prikkelbaarheid. Uiteindelijk werden die klachten samengevat onder de naam KZ-syndroom of concentratiekampsyndroom (in het Engels: survivor syndrome). Geleidelijk werd duidelijk dat deze klachten vaak optreden na een zeer ernstige traumatische ervaring (seksueel geweld, natuurramp, overval, vliegrampen etcetera) en er werd internationaal gekozen voor de naam posttraumatische stress-stoornis (PTSS).

Voorkomen


Hoe vaak een PTSS in een bevolking voorkomt hangt samen met de blootstelling aan trauma's. zoals oorlogsgeweld, natuurrampen, criminaliteit en seksueel misbruik. In de Verenigde Staten werd de lifetime-prevalentie (proportie van mensen in een populatie die ooit een PTSS hebben gehad) geschat op 10-12% bij vrouwen en 5%, bij mannen.

 

Kenmerken a. Trauma


Er is of sprake van een levensbedreigend gevaar of een bedreiging van iemands fysieke integriteit. Een andere essentiele factor vormt de onmacht die de getraumatiseerde tijdens het trauma heeft beleefd, je niet kunnen verdedigen tegen het gevaar. Als het slachtoffer terugdenkt aan het trauma kan hij het gevoel krijgen te worden overspoeld door angst en verdriet. Een logische reactie is dat het slachtoffer tracht te vergeten, hij spreekt er niet over, wil er niet aan denken en het gevoel wordt afgesloten. Alles wat doet denken aan het trauma wordt vermeden, 's nachts echter komen de herinneringen in de vorm van angstdromen terug.


b. Herbeleving van het trauma


• opdringende onaangename herinneringen


• nachtmerries


• plotseling handelen of voelen alsof het trauma opnieuw ondergaan wordt (dissociatie)


• heftige psychische of lichamelijke reactie op iets wat doet denken aan het trauma


c. Vermijding


• vermijden van het denken aan het trauma


• vermijden van alles (b.v. bepaalde plaatsen) wat doet denken aan het trauma


• geheugenverlies voor het trauma of een deel ervan


d. Verhoogde waakzaamheid ("arousal")


• slecht slapen


• prikkelbaarheid


• concentratieproblemen


• overmatige waakzaamheid


• heftige schrikreacties


Type-indeling

• Ongecompliceerd


Ten gevolge van een eenmalige, schokkende gebeurtenis (type I trauma), bij een relatief gezonde persoon


• Gecompliceerd


Ten gevolge van serie van traumatische gebeurtenissen (type II trauma): bijvoorbeeld incest, pesterijen, affectieve en emotionele verwaarlozing.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten