vrijdag 2 oktober 2009

Orgaan diefstal: Zionisten - Palestijnen




Bron: 'Aftonbladet', Zweedse krant, artikel gepubliceerd op 26 augustus 2009.

Palestijnen beschuldigen het Israëlische leger van het stelen van organen van hun slachtoffers. Donald Boström schrijft over een internationaal orgaanhandel schandaal - en over de keer dat hij het opengesneden lijk zag van een negentien jaar oude Palestijn. Je zou me een “koppelaar” kunnen noemen, zei Levy Izhak Rosenbaum, uit Brooklyn, VS, in een geheime opname. De opname was gemaakt door een FBI-agent die zich voordeed als klant. Tien dagen later, eind juli 2009, werd Rosenbaum opgepakt. New Jersey kreeg te maken met een schandaal dat betrekking had op witwaspraktijken en orgaanhandel. Rabbi’s, politici en bekende ambtenaren bleken al jarenlang betrokken te zijn bij de zaak.


Foto: Levy Izhak Rosenbaum

Rosenbaum’s koppelen had niets met romantiek te maken. Het ging allemaal om het kopen en verkopen van nieren uit Israël op de zwarte markt. Rosenbaum zegt dat hij de nieren voor 10.000 dollar koopt van arme mensen. Hij verkoopt ze vervolgens door aan wanhopige patiënten in de VS voor 160.000 dollar.
De beschuldigingen hebben oproer veroorzaakt op de Amerikaanse transplantatiemarkt. Als het waar is betekent het dat voor de eerste keer is gedocumenteerd dat de VS handel drijft in organen, stellen experts in New Jersey Real-Time News.
Op de vraag hoeveel organen hij heeft verkocht antwoordt Rosenbaum: “Behoorlijk wat. En het ging nooit mis.” De zakenman handelt al geruime tijd.


Francis Delmonici, professor transplantatiechirurgie verbonden aan Harvard Universiteit en lid van het Nationale Nierstichting Directiepanel, vertelt hetzelfde nieuwsblad dat andere landen ook handelen in organen. 5 á 6.000 operaties per jaar, wat neer komt op tien procent van alle niertransplantaties wereldwijd, worden illegaal uitgevoerd, stelt Delmonici.
Landen die verdacht worden van deze activiteiten zijn o.a. de Filippijnen en China, waar organen naar verluidt worden weggenomen van geëxecuteerde gevangenen. Maar de Palestijnen hebben ook sterke vermoedens dat jonge mannen worden ontvoerd en tot ‘orgaanreserve’ worden gemaakt voordat ze gedood worden. Dit is een zeer serieuze beschuldiging, met genoeg vraagtekens om het Internationale Gerechtshof een onderzoek te laten starten naar mogelijke oorlogsmisdaden.


In de zomer van 1992 probeerde Ehud Olmert, op dat moment minister van Gezondheid, het tekort aan organen tegen te gaan door een grote campagne op te zetten. Zijn doel was dat zoveel mogelijk mensen zich zouden laten registreren als donor. Een half miljoen pamfletten werd verspreid en Ehud Olmert was de eerste die zich liet registreren.
Een paar weken later meldde de Jerusalem Post dat de campagne een succes was. Meer dan 35.000 mensen hadden zich opgegeven, terwijl dat er normaal gesproken 500 per maand waren. Echter, in datzelfde artikel, schreef Judy Siegel dat er nog steeds een groot gat was tussen vraag en aanbod. 500 mensen stonden op de wachtlijst voor een niertransplantatie, maar er konden slechts 124 transplantaties worden uitgevoerd. Van de 45 mensen in Israël die een nieuwe lever nodig hadden konden er maar 3 worden geholpen in Israël.


Terwijl de campagne nog bezig was, begonnen jonge Palestijnse mannen te verdwijnen uit dorpjes in de West Bank en Gaza. Na vijf dagen brachten Israëlische soldaten ze dood terug, met opengesneden lichamen.
Verhalen over de lichamen schokten de bevolking van de bezette gebieden. Er werd gesproken over de de dramatische toename van verdwenen jonge mannen, nachtelijke begrafenissen en lichamen waarop autopsie was verricht.


Ik was in dat gebied toen, werkend aan een boek. Meerdere malen ben ik benaderd door directieleden van de VN die zich zorgen maakten over de ontwikkelingen. Ze vertelden mij dat orgaandiefstal ongetwijfeld plaatsvond maar dat ze er niets aan mochten doen. In opdracht van een nieuwsomroep reisde ik door de West Bank en Gaza en interviewde een groot aantal Palestijnse families. Ik ontmoette ouders die vertelden hoe hun zonen werden beroofd van hun organen voordat ze werden vermoord. Een voorbeeld dat ik tegenkwam was die van de jonge stenengooier Bilal Achmed Ghanan.
Als één van de leidende stenengooiers werd Bilal Ghanan al enkele jaren gezocht door het Israëlische leger. Samen met andere jongens verstopte hij zich in de bergen van Nablus, zonder dak boven zijn hoofd. Opgepakt worden betekende marteling en de dood voor deze jongens – ze moesten koste wat kost in de bergen blijven.


Op 13 mei maakte Bilal een uitzondering, toen hij om een bepaalde reden onbeschermd het dorp in ging. Zelfs zijn broer Talal begrijpt niet waarom hij dit risico nam. Misschien was hun voedselvoorraad op en moesten ze deze bijvullen.


Alles ging volgens plan voor de Israëlische Special Force die zich verstopt hadden in een winkel. Ze hoefden enkel te wachten tot Bilal dichtbij genoeg was en de trekker over te halen. Het eerste schot raakte hem in de borst. Volgens de bewoners uit het dorp werd hij vervolgens in beide benen geschoten en eenmaal in zijn maag. Ze pakten hem aan zijn voeten en trokken hem mee. Mensen van de VN en het Rode Kruis waren in de buurt, hoorden de schoten en kwamen kijken of er mensen waren die zorg nodig hadden. Er vond een discussie plaats over wie er voor het slachtoffer zou zorgen. Israëlische soldaten eindigden de discussie door de zwaargewonde Bilal in hun jeep te laden en hem aan de rand van het dorp te brengen, waar een helikopter wachtte. De jongen werd naar een voor zijn familie onbekende bestemming gebracht. Vijf dagen later kwam hij terug, dood en gewikkeld in een groene medische doek.
Enkele mannelijke familieleden van het slachtoffer werden aangewezen door soldaten om te graven en cement te mixen. Boven het geluid van de scheppen hoorden we de soldaten lachen die wat grappen met elkaar maakten. Toen Bilal in zijn graf werd geplaatst werd zijn borst ontbloot. Opeens werd het duidelijk voor de aanwezigen wat voor mishandelingen de jongen had ondergaan. Bilal was bij lange na niet de eerste jonge Palestijn die werd begraven met een snee vanaf zijn onderbuik tot aan zijn kin.



De families in de West Bank en Gaza weten precies wat er gebeurde: “Onze zonen worden gebruikt als gedwongen orgaandonors,” vertellen familieleden van Khaled uit Nablus mij, net als de moeder van Raed uit Jenin en de ooms van Machmod en Nafes uit Gaza, die allemaal een paar dagen verdwenen en ‘s nachts terug kwamen, dood en aan het lichaam was te zien dat er autopsie was verricht.


- Waarom houden ze de lichamen vijf dagen voordat wij ze mogen begraven? Wat gebeurde er met de lichamen in die dagen? Waarom doen ze autopsie, tegen onze wil, wanneer de doodsoorzaak zo duidelijk is? Waarom worden de lichamen ‘s nachts terug gebracht? Waarom krijgen ze daarbij een militaire escorte? Waarom word het gebied afgesloten tijdens de begrafenis? Waarom word de elektriciteit verstoord? Nafe’s oom was van streek en had allerlei vragen.


De families van de dode Palestijnse jongens twijfelden niet meer aan de reden voor de moorden, maar de woordvoerder van het Israëlische leger zei dat de beschuldigingen van orgaandiefstal onterecht waren. "Alle Palestijnse slachtoffers ondergaan autopsie, dat is routine," beweerde hij. In de realiteit werden er van de 133 slachtoffers dat jaar slechts 69 onderzocht na hun dood. De vragen blijven.


We weten dat er in Israël een grote vraag naar organen is, dat er een enorme handel in organen is die al vele jaren bloeit, dat de Israëlische overheid hier van op de hoogte is en dat de dokters in hoge functies bij de grotere ziekenhuizen hieraan meewerken, evenals ambtenaren op verschillende niveau's. We weten ook dat jonge Palestijnse mannen zijn verdwenen, dat ze na vijf dagen werden terug gebracht, ’s nachts, in het grootste geheim, dichtgenaaid nadat ze van onderbuik tot kin waren opengesneden.
Het is tijd dat er duidelijkheid komt in deze duistere zaak, tijd dat er licht word geschenen op wat plaatsvindt en plaats heeft gevonden in de gebieden die Israël bezet sinds de Intifada.

Donald Boström

Geen opmerkingen:

Een reactie posten